Helmuth van Galen (1955) is geboren in Haarlem en woont en werkt in diezelfde stad. Van 1979 tot 1981 zat hij op de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam en van 1981 tot 1985 volgde hij de opleiding aan de Academie voor Beeldende Vorming in Amsterdam.
Op de fiets door Frankrijk
Van Galen begon zijn artistieke ontdekkingsreis met natekenen op veertienjarige leeftijd, het ging er toen om te overwinnen wat hij zag. Dagelijks trok hij erop uit om te tekenen en later te schilderen. Na een opleiding als onderwijzer trok hij er voor een jaar op uit, per fiets door Frankrijk. Hier schilderde en verkocht hij zijn werk op markten. Na twee jaar op de Gerrit Rietveld Academie, voltooide hij de opleiding tot leraar schilderen aan de Academie voor Beeldende Vorming in Amsterdam. De academie was zijn huiskamer, zijn atelier, waar hij heel wat avonden doorwerkte. Dat hij geen docent wilde worden wist hij al snel, zelfstandig kunstenaar was zijn roeping.
Thema
Van Galen werkt vanuit een vast thema, hij schildert niet zomaar iets, dat past niet bij hem. Het eerste thema waar van Galen zich op richtte was ‘Archipaints’ een combinatie van architectuur en ‘paintings’. Hij schilderde bijvoorbeeld de structuur van een gebouw met grote kleurvelden en lijnen erin. In de loop der tijd werden deze gebouwen met kleurvelden echter binnenruimtes. Helmuth zegt hierover: ‘Ik had toen een atelier in een oude molen in Heemstede en die ‘binnenruimte’ is een aantal jaar mijn inspiratiebron geweest. Ik schilderde de ruimte niet na, maar gebruikte delen ervan. Vervolgens vormde ik deze delen om tot een nieuw geheel.
Buitenruimte
Later schilderde hij vanuit het thema ‘buitenruimte’. Dit thema, ontstaan uit een tentoonstelling genaamd ‘Zicht op Haarlem’ heeft hem nooit meer losgelaten. Uiteindelijk wil Van Galen met zijn werk een na-beleving van een ruimte creëren. ‘Een schilderij moet een niet specifieke, maar wel voor iedereen herkenbare ruimte oproepen. Schilderen is een indirecte of vertraagde vorm van communiceren. Ik wil schilderijen maken die mensen herkennen en begrijpen, maar die hen ook verrassen. Elk werk moet prikkelen; het moet meer zijn dan alleen een mooi landschap.’